Nederlanders meer bereid om gegevens te delen, zorgen over privacy blijven gelijk

De zorgen om online privacy onder Nederlandse consumenten zijn nog net zo groot als vier jaar geleden: twee op de drie Nederlanders maakt zich hier in meer of mindere mate zorgen om. Wel is er meer bereidheid ontstaan om persoonsgegevens te delen, met name onder de jongere leeftijdsgroepen (onder de 35 jaar). Dat blijkt uit de DDMA Privacy Monitor 2023.
Het bewustzijn van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is sinds de toepassing in mei 2018 verdubbeld (van 28 naar 66 procent). Toch lijkt dit bewustzijn meer in algemene zin te zijn, niet wat het precies inhoudt. De parate kennis van Nederlandse consumenten over online privacy is beperkt, het onderwerp leeft ook niet echt en roept schimmige associaties op.
Bovendien denkt men bij het delen van persoonsgegevens met name aan het actief delen van gegevens in een formulier, zoals een e-mailadres of telefoonnummer, en niet aan passief delen van bijvoorbeeld surfgedrag en locatiegegevens.
Het doornemen van voorwaarden of privacybeleid wordt door consumenten als onnodig complex en tijdrovend gezien. Daarnaast ervaren consumenten een gebrek aan controle: 80 procent van de Nederlanders geeft aan meer controle te willen over hoe persoonsgegevens worden gebruikt en opgeslagen door organisaties. Mensen hebben het gevoel dat hun invloed beperkt is. Het gevolg hiervan is een gelaten houding en weinig initiatief vanuit de consument.
Toch zijn de consumenten die pragmatisch (42 procent van de Nederlanders) en onbezorgd (36%) zijn tegenover online privacy en het delen van data staan in de meerderheid. De consumentenvoordelen en essentie van data-uitwisseling worden steeds meer gezien en het comfort om data te delen stijgt. Dit geldt wel met name voor data waarvan zij zelf bewust zijn dat ze het delen. Er ontstaat een gevoel van onbehagen en wantrouwen als ze een bepaalde activiteit minder goed begrijpen en transparantie vanuit de organisatie ontbreekt, bijvoorbeeld bij het passief delen van gegevens als browsegedrag of gegevens die minder relevant lijken te zijn.
‘What’s in it for me?’, is het belangrijkste criterium voor consumenten om bereid te zijn gegevens te delen. De waarde en relevantie van de beloning kan per persoon en situatie verschillen. Recent onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heeft aangetoond dat consumenten een voorspelbare afweging maken wanneer en waarom zij data delen. Dit biedt bovendien een verklaring voor de (privacy) paradox, waarbij consumenten aan de ene kant zorgen ervaren als het gaat om hun online privacy, maar toch hun data delen. Zij zetten namelijk de ‘kosten’ af tegen de voordelen die zij zelf kunnen genieten, zoals financieel voordeel of een gepersonaliseerd aanbod.

Ik richt mij op alle online marketing gerelateerde ontwikkelingen en schrijf hier over.