In duinen staan bunkers vol explosieve nitraatfilms: waarom worden ze bewaard? | Films & Series

Romances, thrillers en komedies werden vroeger allemaal gedraaid op nitraat. Het materiaal is slijtagegevoelig en extreem brandbaar, waardoor bioscopen voor 1950 regelmatig in vlammen opgingen. Nitraatfilms worden om die reden al lang niet meer afgespeeld. Maar waarom worden ze dan nog wel bewaard?
“Als nitraat in brand vliegt, veroorzaakt dat een enorme steekvlam. Zelfs als je het in water gooit, blijft het branden”, legt Frank Roumen uit aan NU.nl. Hij is sectormanager Collectie bij Eye Filmmuseum in Amsterdam.
Volgens Roumen zijn nitraatfilms de reden dat veel bioscopen niet meer bestaan. “Het hielp ook niet dat in die tijd brandgevaar schuilde in de koolspitslampen van de projectoren. En daar stond dan vaak een mannetje met een sigaret bij.”
Eye bezit ongeveer 30.000 blikken met nitraatfilm. Vanwege het explosiegevaar en omdat bij verbranding chemische stoffen vrijkomen, kunnen de films niet worden opgeslagen in het museum. Daarom worden ze bewaard in drie zwaarbeveiligde opslagruimten in de duinen van Overveen, Castricum en Heemskerk. Die opslagruimten hebben afzonderlijke kamers, zodat de vlammen bij een brand niet makkelijk overslaan naar naastgelegen ruimten.
Gelukkig kunnen nitraatfilms niet zomaar in brand vliegen. “Wij werken al 75 jaar met de films en het is altijd goed gegaan. Spontane ontbranding ontstaat pas bij een temperatuur van circa 137 graden Celsius.”
Nitraatfilms liggen in bunkers uit Tweede Wereldoorlog
“De opslag in Overveen is een grote kluis met een klimaatsysteem die de temperatuur en luchtvochtigheid op peil houdt. Vocht en warmte zijn namelijk slecht voor de nitraatfilms en zorgen ervoor dat er sneller slijtage plaatsvindt”, zegt Roumen.
“De twee andere opslagruimten zijn kunstbunkers uit de Tweede Wereldoorlog. In die ruimten is geen klimaatsysteem nodig: de dikke betonnen muren zorgen voor een stabiele temperatuur door het hele jaar heen.” Tijdens de oorlog werden de bunkers gebruikt om waardevolle kunst op te slaan, zodat de Duitsers die niet konden stelen. “Er is in die tijd ook een poging gedaan om De Nachtwacht in een van die bunkers op te slaan, maar het kunstwerk paste niet door de deur.”
De oudste film uit de collectie van Eye komt uit 1896; de allereerste nitraatfilm ooit is van een jaar eerder. Het Amsterdamse filmmuseum bezit meerdere films uit die tijd, waaronder een fragment van de inhuldiging van koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. “De films uit de periode rond 1900 hebben allemaal een duur van ongeveer één minuut”, vertelt Roumen.

‘Ze hebben soms jarenlang op een tijdbom geleefd’
Na een grote brand in Mexico-Stad is internationaal afgesproken dat nitraatfilms nooit meer in de bebouwde kom mogen worden opgeslagen. Maar dat is niet bij iedereen bekend. Met regelmaat ontvangt Eye nitraatfilms als schenking. “We krijgen films van verzamelaars of van familieleden van een overleden persoon. Zij komen de films tegen bij het opruimen. Ze realiseren zich niet dat ze soms jarenlang op een tijdbom hebben geleefd.”
De opslag van de films gaat samen met een grote verantwoordelijkheid. Elk jaar zijn professionals van het filmmuseum, geholpen door vrijwilligers, een week lang bezig met het controleren van alle films in de opslagruimten. We weten dat nitraatfilms in ieder geval 125 jaar oud kunnen worden, want zo lang bestaan de eerste films inmiddels.
Nitraatfilms worden niet meer afgespeeld
“Volgens voorzichtige schattingen kunnen nitraatfilms onder de juiste omstandigheden wel achthonderd tot duizend jaar meegaan”, zegt Roumen. “We houden daarom de temperatuur en luchtvochtigheid op peil. Films die vochtschade hebben, leggen we bijvoorbeeld in een speciale droogkast. Dat betekent niet dat we altijd een oplossing hebben voor de problemen die we tegenkomen. Soms is een film helaas niet meer te redden.”
De nitraatfilms verlaten de opslag alleen om te worden gerestaureerd of als ze worden uitgeleend aan een filmmuseum in een ander land, bijvoorbeeld voor het maken van een digitale restauratie. De films zelf worden niet meer afgespeeld. Ze worden omgezet in een acetaatfilm (een film waarvan de drager wordt vervaardigd uit de kunststof celluloseacetaat) of een digitaal bestand. In die vorm kunnen de films alsnog door het publiek gezien worden.
Maar waarom zou je de nitraatfilms dan nog bewaren? “We kopiëren altijd vanuit de master, het origineel. Dus die moet bewaard blijven”, legt Roumen uit. “Ik vergelijk het altijd met De Nachtwacht van Rembrandt. Die gooien we ook niet weg, nadat we er scherpe foto’s van hebben gemaakt.”

Ik ben van de technische afdeling van hitmarketing.nl