Bericht uit Oekraïne: Hoe gaat het nu met de Nederlanders daar? | Oorlog in Oekraïne

Voor Oekraïne begint 2023 met een aanhoudende oorlog. In 2022 spraken we verschillende Nederlanders die in het land woonden. Hoe gaat het met hen na meer dan tien maanden conflict?
Ben je benieuwd naar meer verhalen van Nederlanders in Oekraïne? Je leest die hier.
Die dag in april was de enige kans om weg te komen uit de bommenregen. Zo beschrijft Peter Murauer (59) het moment waarop zijn vrouw Tanya en hij achter een taxichauffeur aan scheurden om de toegetakelde stad Chernihiv uit te komen.
“Alle hoofdwegen naar het westen waren verwoest, er lagen Russen in de bosjes en mijnen in de grond. De chauffeur kende als enige de alternatieve weggetjes die ons veilig de stad uit konden leiden. Hij heeft ons leven gered.”
Terwijl hij terugblikt op zijn vlucht uit Oekraïne, is Murauer even stil. Hij kijkt omhoog naar de overtrekkende wolken in Voorhout, waar hij sinds kort een appartement huurt. “Ik kan nog steeds niet naar de lucht kijken zonder aan de rook van bommen te denken”, zegt hij dan.
Fysiek hier, maar met het hoofd dáár
Hier in Nederland is hij veilig, maar verre van vrolijk. “Ik ben misschien fysiek hier, maar ik zit met mijn hoofd dáár”, vertelt Murauer. “We willen door met het normale leven hier, maar dat kan pas als we weten dat iedereen in Oekraïne veilig is.”
Thuis bij zijn familie is Murauer opgelucht verlost te zijn van alle slapeloze nachten en de constante ontploffingsgeluiden. Wel mist hij zijn vrienden en zijn buren, maar vooral de mensen met wie hij wekenlang een schuilkelder deelde. Ze hebben geregeld contact. Velen zijn gevlucht, een aantal heeft zich aangemeld bij het leger en sommigen zijn omgekomen in de beschietingen en bombardementen van de stad in het voorjaar.
Hij wil graag terug naar Oekraïne, naar hoe het ooit was. Maar hij weet al te goed dat dat niet kan. “Zodra het er veilig is, gaan we naar huis, onze spullen halen en iedereen opzoeken.” Of ze zullen blijven, is nog niet duidelijk.

Gevlucht dankzij humanitaire corridors
Ook Henk Slijkhuis (69) mist huis en haard in Oekraïne, vertelt hij deze week aan de telefoon. Dankzij een humanitaire corridor kon hij met zijn vrouw, dochter en kleinkinderen uit het omsingelde Oost-Oekraïense Sumy vertrekken naar Oostenrijk. Dat gebeurde nadat de familie eerst weken in oorlogsgebied had vastgezeten.
Sumy, een stad die enkele tientallen kilometers van de Russische grens ligt, werd zwaar getroffen door bombardementen en artillerievuren. “Een woonwijk in de buurt werd kapotgeschoten. Toen zijn er veel burgers omgekomen”, vertelt Slijkhuis nu. “We moesten vluchten, maar wisten dat het onmogelijk was zonder corridor.” Volgens Slijkhuis werden er eerder mensen beschoten die op eigen houtje vertrokken.
Halverwege maart kwam die langverwachte corridor er eindelijk en kon de familie met “duizenden anderen” de belegerde stad verlaten. “Ik had nog nooit zo’n chaos gezien, het krioelde van de mensen. Iedereen wilde weg.” Ondanks een kapotte accu en een lege tank konden ze dankzij behulpzame Oekraïners wegkomen. “Ik ben hen tot op de dag van vandaag dankbaar.”
Niet terug voordat er vrede is
Na een dagenlange reis kriskras door Europa kwam de familie doodmoe aan bij oude vrienden in Oostenrijk. Nu, negen maanden later, lukt het hen aardig om te landen. “De kleinkinderen gaan hier naar school en spreken al goed Duits”, vertelt hij. Slijkhuis werkt een aantal dagen per week bij de skilift, zijn vrouw in een restaurant. Omdat ze alles in Oekraïne hebben achtergelaten, moeten ze geld verdienen om hun huurhuis te kunnen betalen.
De familie probeert nu vanuit Oostenrijk te helpen, bijvoorbeeld door warme kleding naar humanitaire posten in Oekraïne te sturen. “Als je onze situatie naast die van alle Oekraïense vluchtelingen houdt die verspreid over Europa in sporthallen en scholen verblijven, hebben we het heel goed”, zegt Slijkhuis. “En al helemaal als je het vergelijkt met alle gezinnen die achterbleven in Oekraïne. We proberen ons steentje bij te dragen waar dat kan.”
Ook in Oostenrijk staat het nieuws over Oekraïne nog steeds de hele dag aan. Slijkhuis denkt veel terug aan zijn stad, zijn huis en de studenten aan wie hij Engelse les gaf. De familie kijkt per seizoen aan of er mogelijkheden zijn om naar huis terug te keren. Slijkhuis: “Eén ding is zeker: we gaan niet terug voordat er weer vrede is.”

‘Deze mensen hebben heel veel gezien’
Als de verbinding het eindelijk toelaat, spreken we een paar uur later met Heleen Berends (31) in het zuidwestelijke Uzhhorod. De Rotterdamse werkt al vanaf het begin van de oorlog als hulpverlener in Oekraïne. Ze coördineert er lokale noodhulpprojecten voor de ontwikkelingshulporganisatie Dorcas.
In ons gesprek valt de verbinding meerdere keren weg, iets wat daar – aan haar reactie te merken – inmiddels volkomen normaal is. Volgens Berends werkt de elektriciteit gemiddeld zo’n acht uur per dag. Een uitdaging, met de dagelijkse temperaturen ver onder het vriespunt. “Elke dag is het weer zoeken om ervoor te zorgen dat iedereen warmte, voedsel en een bed heeft.”
Uzhhorod ligt in de regio Transkarpatië, waar meer dan 400.000 mensen ontheemd zijn. Nog steeds ziet Berends er iedere dag vluchtelingen bij komen. “Dit zijn de mensen die al bijna een jaar in conflictzones hebben geleefd. Door de kou, het gebrek aan elektriciteit en voedsel en de aanhoudende gevechten is de situatie nu onhoudbaar.”
Ze ziet vooral kwetsbare Oekraïners arriveren die eerder niet de middelen hadden om te vertrekken. “Deze mensen hebben heel veel gezien. Zij hebben goede en passende hulp nodig.”
De mensen leren leven met de oorlog
Na al die maanden merkt Berends verschil in de mentaliteit van de Oekraïners. “Voorheen was de paniek groter. Nu lijkt het wel of de mensen hebben leren leven met oorlog, terwijl de situatie op alle fronten is verslechterd.” Ze vertelt dat ze soms mensen voor zich krijgt die door de stijgende prijzen nauwelijks meer eten om de huur of medicatie te kunnen betalen. “Om dat te voorkomen proberen we iedereen te helpen, door hen bijvoorbeeld van cashgeld te voorzien, onderdak te regelen of psychologische hulp te bieden.”
“De mensen hier zijn ongelooflijk veerkrachtig. Als vluchteling laat je alles achter en kom je ergens terecht waar je ineens niemand kent en niks meer hebt”, zegt ze. Berends en haar team moesten zelf ook halsoverkop vertrekken en alles achterlaten. In oktober werd de projectlocatie van de hulpverleners in Zaporizhzhia geraakt door Russische raketten. Het team had vlak daarvoor besloten te evacueren. “Vertrekken was een heel moeilijke beslissing, maar uiteindelijk de juiste. Je moet je team veilig houden.”
Met Kerst gaat Berends voor het eerst in tijden even naar huis in Nederland. Hoewel ze ernaar uitkijkt om thuis bij haar familie te zijn, vindt ze het moeilijk om uit Uzhhorod te vertrekken. Na de feestdagen gaat ze meteen terug naar Oekraïne om haar werk door te zetten. “We blijven doorgaan, hoelang het ook duurt.”


Ik ben van de technische afdeling van hitmarketing.nl