Acteurs zien internationale kansen dankzij selftapes en nieuwe wetgeving | Films & Series

Van Rutger Hauer in Blade Runner tot Carice van Houten in Game of Thrones: Nederlanders weten het soms ver te schoppen in de internationale filmwereld. Hoe kom je op zo’n plek terecht? Drie acteurs praten met NU.nl over de internationale kansen die er tegenwoordig liggen.
Het kan snel gaan. Walt Klink werd in 2019 bekend door de serie Brugklas en kreeg een Gouden Kalf-nominatie voor Neontetra. Inmiddels is hij te zien in verschillende Amerikaanse producties. De afgelopen weken verscheen hij in Rabbit Hole, een grote actieserie met Kiefer Sutherland. De slotaflevering daarvan verscheen zondag bij SkyShowtime.
De coronacrisis bracht een hoop ellende met zich mee, maar bleek ook een vliegwiel voor Klinks carrière te zijn. Casting ter plekke kon niet meer, dus stuurden acteurs zelfgemaakte video’s op. “Audities liepen opeens massaal via die selftapes“, vertelt de twintigjarige acteur. “Europese acteurs zijn daardoor nu ook interessanter geworden voor grote maatschappijen. Die kijken verder dan alleen Hollywood. Iedereen kan nu overal auditeren.”
“Je filmt jezelf tegen een witte muur”, legt Klink uit. “Heel basic, je mag niks wegknippen. Maar intussen leer je ook heel veel door naar jezelf te kijken. Eigenlijk ben je jezelf aan het regisseren.”
Deze inhoud kan helaas niet worden getoondWij hebben geen toestemming voor de benodigde cookies. Aanvaard de cookies om deze inhoud te bekijken.
Audities thuis met vaste vriendengroep
Klink doet dat met een vaste groep bevriende acteurs, zoals Teun Stokkel en Reiky de Valk. “Fijn om mensen te hebben die je begrijpen en zelf goed kunnen spelen. De ene auditeert voor een rol, de ander geeft tegenspel. Het gebeurt ook vaak dat we voor dezelfde rol willen gaan. Rivalen worden we daar zeker niet van. Als iemand iets kan krijgen, is dat een zegen.”
Ook Hanna van Vliet kwam dankzij zo’n selftape op een internationale set terecht. De ANNE+-actrice is sinds begin mei te zien in de National Geographic-serie A Small Light, als verzetsheldin Frieda Belinfante.
“Een heel raar toeval”, zegt Van Vliet. “Ik was al bezig met research omdat ik iets over haar wilde maken, en toen kwam mijn agent in Londen opeens met deze rol. Normaal gesproken schrijf ik nooit een briefje bij een selftape, maar nu heb ik dat wel gedaan. Leuk om te laten weten dat je het onderwerp al goed kent.”
Toch bleek dat niet alleen maar voordelen te hebben. “Het is echt een megaserie over Miep Gies, dus Frieda is een soort C-lijn. Dat is wel even wennen. Ik kende zoveel details over haar leven, maar de serie gaat natuurlijk niet over haar. In Nederland ben ik sowieso gewend dat je je er inhoudelijk nog een beetje tegenaan kunt bemoeien. Maar hier werk je met een heel andere structuur.”

Hanna van Vliet als Frieda Belinfante in A Small Light. Foto: National Geographic / Disney+
Striktere werkcultuur in Hollywood, maar minder stress
“Op Nederlandse sets kun je vaak nog wel even overleggen”, vertelt Sytske van der Ster, die ook een kleine rol in A Small Light heeft. “Op een Amerikaanse productie is dat eigenlijk not done. Je komt om te doen waar je voor bent gevraagd, verder voer je geen discussies meer. Het is strikter. Maar intussen is er ook veel meer tijd.”
“Er hangt een heel lekkere, geconcentreerde sfeer”, gaat Van der Ster verder. “Iedereen is er voor z’n eigen expertise en wordt daar ook om gerespecteerd. In Nederland doen we dat ook wel, maar daar maak je vaak samen nog wat grapjes tussendoor. Op een buitenlandse set zouden ze daar gek van staan te kijken.”
“In Amerika draai je meestal twee scènes op een dag”, vertelt Klink. “In Nederland zijn dat er eerder vijf. Dat maakt echt een verschil. Bij een miljoenenproductie heb je meer ruimte om dingen te proberen. In Nederland kun je misschien drie of vier keer iets spelen, daarna moet je toch echt door. In Hollywood ligt het stressniveau dus lager.”
Terwijl Nederlandse acteurs naam maken in het buitenland, lijkt het met de Nederlandse producties minder makkelijk te gaan. A Small Light had hier simpelweg niet gemaakt kunnen worden, ook al gaat de serie over landgenoten.
“We hebben de budgetten hier niet”, vertelt Van Vliet. “Het was natuurlijk supervet geweest als Nederlanders de hoofdrollen hadden gekregen, maar de afzetmarkt is veel groter met Engelse acteurs.” Van der Ster knikt: “Op deze manier wordt het verhaal van Miep Gies ook wereldwijd opgepikt.”
Deze inhoud kan helaas niet worden getoondWij hebben geen toestemming voor de benodigde cookies. Aanvaard de cookies om deze inhoud te bekijken.
Meer hoop voor Nederlandse originals
Toch zou de Nederlandse taal geen bezwaar hoeven zijn. Internationaal succes is er ook voor niet-Engelstalige series. Kijk maar naar recente wereldhits als La casa de papel en Squid Game. Van Vliet en Van der Ster zijn daarom groot voorstanders van de nieuwe investeringswet.
Streamingplatforms met een omzet van minimaal 10 miljoen euro in Nederland moeten 5 procent hiervan in Nederlandse producties steken, luidt het plan van de coalitie. “Ter vergelijking: in Frankrijk is dit 20 procent”, zegt Van Vliet. “Maar het is natuurlijk heel mooi als die budgetten terugvloeien in Nederlandse content. Met dat geld van streamers hopen we als sector hoogwaardigere fictie te kunnen maken.”
“Misschien dat we dan vaker met zo’n sterke serie de grens over kunnen”, zegt Van der Ster. “Dan kun je dus vanuit Nederland de wereld veroveren met een origineel idee.”

Ik ben van de technische afdeling van hitmarketing.nl